Presb. Luik, I. 1442 (1442-1491) Den Bosch Heer Peter Swart, Swert, die Zwart, die Swert, was blijkens het obituarium van de St.Jan een natuurlijke zoon van Mechtelt Swarten. Op 9 december 1473 liet hij zijn geboorte door de landsheer wettigen, maar de naam van zijn vader werd bij die gelegenheid niet vermeld. Waarschijnlijk was heer Peter verwant aan de linnenwever Jan die Swart (Swert), ook wel Jan Zwartken genoemd. Deze wordt in 1397 en 1416 vermeld als eigenaar van een huis in de Baseldonkstraat - het latere Antonisstraatje (zie nr.250) - en was in 1439 nog in leven. Andere mogelijke verwanten woonden in het kwartier Maasland. Heer Peter werd in 1436 ontvangen als kanunnik van de St.Jan en werd in 1438/39 tevens als gezworen broeder opgenomen in de O.L.V.-broederschap. Op 12 juni 1442 beoorkondde hij als notaris in de St.Jan de overdracht van de helft van twee kamers en een erfcijns door meester Marten van Zoemeren, kanunnik van de St.Jan (nr.362), aan heer Willem van Meghen, officiant in de St.Jan. De laatste droeg op dezelfde datum deze goederen ten overstaan van schepenen van Den Bosch over aan de leek Otto Jacops van Huisselingen. In 1442 en 1443 bediende heer Peter namens de absente kanunnik heer Jan Batensoen het eerste St.Bartholomeusaltaar in de kerk op het Groot Begijnhof. Na 1443 komt heer Peter vrijwel uitsluitend voor in zijn hoedanigheid van kanunnik. Zo was hij in 1453 en 1462 samen met andere kanunniken aanwezig bij arbitrale uitspraken in geschillen waarbij het kapittel betrokken was. In 1467 droeg hij als turnarius van het kapittel meester Henrick van Zoemeren, neef van meester Marten (nr.362), voor als kanunnik. In 1473 deed hij hetzelfde met heer Willem Goyarts Pottey. 1) Heer Peter woonde omstreeks 1469 in een huis met erf en tuin bij de Voldertrap op de Oude Dieze en had toen bij Luytgart Bans van Loemel, natuurlijke dochter van Goyart van Loemel, een natuurlijke zoon Jan. Op 26 september 1469 droeg hij aan hen uit zijn woonhuis een lijfpacht van 3 mud rogge over. Zijn zoon Jan Swart (die Swert) wordt van 1469 tot 1487 vermeld als clericus en absent rector van het altaar van de H.Geest, St.Jan Evangelist en St.Anthonius in de kerk van Oss. Op 29 april 1482 droeg hij als zodanig samen met heer Peter, "procurator irrevocabilis dicti rectoris", een huis met erf en tuin over gelegen bij het kerkhof van Oss. Volgens Kievits overleed heer Peter op 30 december 1491 en werd hij in de St.Jan begraven bij het St.Andreasaltaar waaraan ook zijn prebende verbonden was geweest. Zijn plaats in het kapittel werd reeds een dag na zijn dood ingenomen door heer Jan vanden Dorn. 2)
|
Noten | |
1. | APB, St.Jan II, Obituarium, p.187 (23 juni: "Obitus Mechtildis Swarten, matris domini Petri Swart, canonici huius ecclesie"); Leynen, "Wettigingen", 69; Bijlage II 60.27, 157.33, 173.40.2, 264.69, 308.17, 383.1; Van Rooij, Het oud-archief, II 127 nr.467, vgl. 58 nr.201 (10 febr.1389: Henric, zoon van Aelbrecht Swart, ontvangt een bouwhoeve met land te Rosmalen in erfpacht), 198 nr.728 (17 juni 1431: Jan Swert en drie andere lokale vertegenwoordigers van de hertog van Brabant geven een vidimus van een akte uit een privilegeboek van St.Oedenrode), 208-209 nrs.770 en 771 (19 juni 1433: Jan, Aelbrecht, Henric en Katherijn, kinderen van Zuzanna en van wijlen Jan, zoon van wijlen Aelbrecht Zwart, verkopen een erfpacht uit een huis, erf en tuin in Berlicum); AAB II, hs. Kievits, p.7, p.16; Schutjes, Geschiedenis, IV 239; OLVB 52, band 2, fo.87r (1438/39); Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 85; GAH, THG 2054 (12 juni 1442); GAH, RA 1216, fo.51r (27 febr.1446), RA 1230, fo.279r (1459), RA 1261, fo.491v (15 juni 1492). |
2. | GAH, RA 1238, fo.273v (26 sept.1469), RA 1251, fo.587v (29 apr.1482), RA 1255, fo.258r-v (11 apr.1486); Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 75, II 260; AAB II, hs. Kievits, p.7. |
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 166